KNSB Gewest Noord-Brabant / Limburg / Zeeland behartigt de belangen van verenigingen en individuele schaatsers binnen de diverse schaatsdisciplines in de provincies Noord-Brabant, Limburg en Zeeland. Het doel is het verenigen van individuele leden, het stimuleren van de schaatssport in breedte en het zorgen voor regionaal bestuur.
De Missie van het Gewest Noord-Brabant / Limburg / Zeeland luidt: Ons Gewest binnen de KNSB op de kaart zetten en aansluiting krijgen met de subtop en top van het Schaatsen en Skaten in Nederland.
Informatie
- Oprichtingsdatum: 4 oktober 1963
- Postadres: Bijsterveldenlaan 248 — 5045 ZS Tilburg
- Bankrekening: NL44 ABNA 052 463 8721 — KNSB Gewest Noord-Brabant / Limburg / Zeeland
- Kamer van Koophandel: 40237154
Geschiedenis
Eindhoven, 2013
Bij een halve eeuw Gewest kan een stukje geschiedenis natuurlijk niet ontbreken. Zeker in dit geval niet, want wie bestaat er eigenlijk een halve eeuw? Noord-Brabant / Limburg / Zeeland, dat is er pas sedert enkele jaren. Zeeland is er een paar jaar geleden bijgekomen, maar lang was dat een zelfstandig Gewest. Zeeland organiseerde zelfs wel eigen en hoogst officiële kampioenschappen in Eindhoven en bestond al lang toen Brabant / Limburg nog opgericht moest worden. Later annexeerde Zuid-Holland de Zeeuwen. In de ‘Schaatskroniek’, toen het bondsblad van de KNSB, stond namelijk al jaren een ‘lijst van correspondenten’. Omdat Zeeland geen eigen man of vrouw daarvoor had, nam de correspondent van Zuid-Holland er Zeeland gewoon bij. Dat ‘correspondent voor Zuid-Holland / Zeeland’ ging zozeer een eigen leven leiden, dat Zuid-Holland doodleuk contributie bleef vragen van de Zeeuwse clubs, ook toen die in Breda gingen trainen en rijden.
Gelukkig was er een uitspraak van het bondsbestuur dat Zeeland zelf kon bepalen bij welk Gewest aansluiting werd gezocht. Reden voor dat besluit was het moment dat Gelderland zich Flevoland toedacht. Maar de clubs uit de polder wilden zelf kiezen voor een Gewest met minstens een 400-meterbaan. Op basis van deze jurisprudentie mocht Zeeland ook weer een zelfstandig Gewest worden indien gewenst. Maar de keuze viel op Brabant / Limburg.
En hoe zat het eigenlijk met Limburg? In het voorjaar van 1963 was er immers in Tilburg een voorbereidende vergadering geweest van ruim 40 afgevaardigden van ijsclubs en boven het verslag daarvan staat – en ik citeer: ‘OPRICHTING GEWEST BRABANT K.N.S.B.’ Niettemin was er ook een vertegenwoordiger van Geleen aanwezig en die heeft daar gemeld dat hij alles zou doen om ook de oprichting van een Gewest Limburg mogelijk te maken. Het is er niet van gekomen en bij de echte oprichtingsvergadering op 4 oktober 1963 werd het dus meteen al Gewest Brabant / Limburg.
En terecht natuurlijk. Wij weten immers uit de geschiedenisboeken van wie Limburg al sedert 5 juni 1288 is. Toen won de Brabantse hertog Jan I de veldslag tegen de hertog van Gelre en de bisschop van Keulen die bij Woeringen moest beslissen over de erfopvolging in Limburg. (Alles daarover leest U in Die Yeeste van den slag van Woeronc van tijdgenoot en episch dichter Jan van Heelu. Eigenlijk bestaat Brabant / Limburg dus niet 50, maar 725 jaar!)
Op 4 oktober werden in de Koninklijke Harmonie Sociëteit in Tilburg 13 clubs lid van het nieuwe Gewest. Drie clubs hielden nog een slag om de arm. (maar werden spoedig alsnog lid). Er werd een bestuur gevormd met illustere namen: Paul Germanus, de eerste voorzitter, voorts met Ab Cappon, de latere eerste directeur van de kunstijsbaan Eindhoven, en met Jan Ketels die bijna tot zijn dood toe actief bleef bij het Gewest en bij zijn club: Haarsteeg.
Ook werden Technische Commissies gevormd. Voor hardrijden met o.a. Wiebe Brouwer, Ben Scheperkamp en oud gewestelijk kampioen Tiny Verhees. Voor kunstrijden met Emile van Zinnicq-Bergmann. Wie heeft hem niet tot op zeer hoge leeftijd zijn rondjes zien maken op het Eindhovense kunstijs! Ook was er al meteen een Huishoudelijk Reglement. In Artikel 1 lezen we: ‘Het domicilie van het Gewest wordt gehouden ten huize van de secretaris.’ Het is maar dat de bedoelde functionaris het weet!
In deze historische terugblik mogen o.i. de namen niet ontbreken van de clubs die op 4 oktober 1963 het Gewest in feite hebben gesticht. Dat waren, in alfabetische volgorde: Breda (IJsvermaak), Boxtel (De Hardrijder), Eindhoven (IJCE), Geldrop (De IJsbeer), Geleen (IJsclub Geleen), Haarsteeg (Jaap Eden), ‘s-Hertogenbosch (B.IJ.C.), Hilvarenbeek (De Flaes), Lage Zwaluwe (IJsclub Lage Zwaluwe), Schijndel (De Schijndelse IJsclub), Sleeuwijk (Hermine), Sprang-Capelle (Het Eendennest), Terheijden (IJsclub Terheijden), Valkenswaard (Kunst en Vermaak), Vught (IJzeren Man) en Woudrichem (De Baanbreker). Het nieuwe Gewest manifesteerde zich weldra: op 29 november stond ‘Noord-Brabant’ (inderdaad zonder Limburg!) met een ploeg aan de start bij de 2e IJsselcup in Deventer. Jo van Heeswijk, Tiny Verhees, Bart van Son en Wim van Heijst werden 6e en lieten Overijssel en Zeeland (jawel) achter zich.
Terug naar de geschiedenis. Want aan de stichting ging natuurlijk het een en ander vooraf. Voor de oorlog waren er al wel lokale en provinciale verbanden in het schaatsen bekend, maar wedstrijden werden centraal geregeld vanuit het KNSB Bondsbureau. Daar werd zelfs bepaald hoeveel provinciale kampioenschappen er jaarlijks mochten komen en wie daaraan mee mochten doen. Als je al een titel ergens had gewonnen, mocht je in een ander provinciaal kampioenschap niet meer starten. In Brabant waren er dus ook ‘open’ kampioenschappen.
Toch was een Brabander onze allereerste Provinciale kampioen. Bernhard Bezemer uit Helmond won op 15 januari 1901 in ‘s-Hertogenbosch. (Die Bezemer was natuurlijk niet de eerste-de-beste. Zo won hij in 1903 en in 1905 brons bij het Nederlands kampioenschap!). Alle (7) andere vóór 1950 gehouden titelwedstrijden leverden een kampioen van elders op, o.a. in 1917 toen ex-wereldkampioen Coen de Koning in Tilburg de beste was. Pas rond 1949 werd in de reglementen de eis opgenomen dat je als deelnemer in de provincie waar je deelnam ook daadwerkelijk woonachtig moest zijn.
In 1963 ging de belangstelling voor het schaatsen overal in Nederland met sprongen omhoog. Dat had natuurlijk te maken met de hoeveelheid ijs in die beruchte winter. Maar zeker ook met de publicitaire hausse vanwege de legendarische Elfstedentocht in dat jaar. Amper was het ijs gesmolten of de landelijke bond richtte (op 25 april 1963) een schrijven tot alle ‘bij de KNSB aangesloten en niet-aangesloten ijsclubs in Noord-Brabant’.
Ook uit het zuiden heeft de landelijke bond allerlei vragen gehad over wedstrijden, over aanleg en onderhoud van banen, enz. en dus is er duidelijk behoefte aan onderlinge binding en structuur. Onder leiding van de secretaris van het Gewest Gelderland, tevens lid van het bondsbestuur Jan Klok (in ’83-’84 nog een tijdje waarnemend bondsvoorzitter) zal een vergadering belegd worden ‘om te komen tot een Gewest Brabant of Brabant / Limburg’.
Die vergadering komt er, op 4 mei, ook in de Tilburgse Sociëteit. De vertegenwoordigers van de zuidelijke ijsclubs krijgen te horen wat de voordelen zijn van vorming van een KNSB-Gewest. En Klok verzuimt niet de grote angst voor de contributie aan te snijden. ‘Deze bedraagt echter slechts 30 cent voor leden boven de 18 jaar en 15 cent voor leden van 18 jaar en jonger, zodat dit beslist geen beletsel mag zijn om toe te treden.’
Als het in Tilburg tot daadwerkelijk oprichten van een Gewest komt, is er nog een argument. Er is kunstijs in Amsterdam en Deventer en ook in het zuiden willen de schaatsliefhebbers een kunstijsbaan. Al in 1966 wordt de bede verhoord. De bekende lampenfabriek uit Eindhoven bestaat 65 jaar en schenkt daarom een cadeautje aan de bouw van een kunstijsbaan. Een cadeau met zes nullen en dat zijn ze bij de gemeente blijkbaar allemaal vergeten, gezien de recente geluiden om de baan maar te sluiten. Wellicht gaan ze er daar nog van uit dat Sinterklaas gezorgd heeft voor de opening van de baan. Dat was immers op 6 december 1969.
Vandaag is die baan er in elk geval nog. En nu tevens met banen in Breda, Geleen, Tilburg en ‘s-Hertogenbosch (en mogen we Grefrath niet ook een beetje meerekenen, vanwege de inbreng daar vanuit Venlo) is het gouden Gewest in het bezit van verreweg het meeste ijs per schaatser in ons land. Dat kan in de ‘grote’ schaatsgewesten alleen met stevige jaloezie geconstateerd worden. Zij mogen wat mij betreft altijd jaloers op ons blijven!
Karel Verbeek — Oud-voorzitter van het Gewest Noord-Brabant / Limburg / Zeeland
Ereleden & Leden van Verdiensten
Op basis van hun verdiensten voor de schaatssport heeft het Gewest Noord-Brabant / Limburg / Zeeland de volgende personen uitgeroepen tot haar Ereleden en Leden van Verdiensten:
Leden van Verdiensten
- Dhr. L.C. Pfrommer in 1977 †
- Dhr. B. Robben in 1982 †
- Mevr. T. Jansen-Gips in 1984 †
- Dhr. B. Schuurman in 1985 †
- Dhr. B. van Son in 1986 †
- Dhr. W.M. Brouwer in 1986 †
- Dhr. J.H. Haanstra in 1988 †
- Dhr. A. de Ruiter in 1990 †
- Dhr. Th. Langenwerf in 1996
- Dhr. J. Ketels in 1997 †
- Dhr. J. v.d. Westelaken in 1999
- Mevr. T. Rozendaal in 2000
- Dhr. W. v.d. Heyden in 2001
- Dhr. J. Harmsen in 2004 †
- Dhr. P. Rozendaal in 2004 †
- Dhr. F. Blondel in 2008
- Mw. H. Hoefman in 2009
- Dhr. A. Straver in 2009
- Dhr. Th. Nohlmans in 2009
- Dhr. B. Bego in 2009
- Dhr. N. van Bergeijk in 2009
- Dhr. P. Lemmens in 2009
- Dhr. F. Leijnse in 2013
- Dhr. J. Hessels in 2013
- Dhr. P. Hovestreydt in 2014
- Dhr. S.N.H. Niemans in 2014
- Dhr. J. W.C.M. Heynens in 2017
Ereleden
- Dhr. J. Groot in 2000 †
- Dhr. J. v.d. Plaats in 2000 †
- Mevr. J. Haanstra-Lamsma in 2001
- Dhr. K.P. Verbeek in 2002 †
- Dhr. L. Rademakers in 2003 †
- Dhr. E. Euverman in 2003
- Dhr. H. Salden in 2005
- Mevr. M. Spijkers-Van Gils in 2007
- Dhr. H. Spijkers in 2007
- Dhr. T. Vink in 2007 †
- Dhr. C. Beukers in 2008 †
- Dhr. J.A.Th. Janssens in 2008 †
- Dhr. P. de Jong in 2008
- Mevr. M. Kleibeuker-Kuiper in 2008
- Dhr. J. Millenaar in 2009
- Mevr. A. Boeren-Maas in 2011
- Mevr. Tineke Posno in 2019
Buitengewone Leden van Verdiensten
- Dhr. A. van de Zande in 2014
- Dhr. T. Kooijmans in 2015